Vrije beroepskeuze

Artikel 19 van de Nederlandse Grondwet stelt: “Het recht van iedere Nederlander op vrije keuze van arbeid wordt erkend, behoudens beperkingen bij of krachtens de wet gesteld”.

Artikel 9.1.a van de Participatiewet verplicht om “naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid (…) te aanvaarden”. Algemeen geaccepteerde arbeid is werk, dat algemeen maatschappelijk aanvaard is. Dit is inderdaad een beperking van de vrije beroepskeuze bij wet. In beginsel mag de bijstandsgerechtigde geen enkele aanbod van werk weigeren. Er wordt toegevoegd, dat deze plicht naar vermogen moet worden vervuld.

De eerdere blog over de Participatiewet heeft uitgelegd, dat de plicht om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden ondoenlijk is. De professionele vaardigheden van een mens zijn nooit algemeen en universeel. De Participatiewet geeft niet aan, hoe het arbeidsvermogen van bijstandsgerechtigden moeten worden bepaald. Volgens de eerdere blog over plichten zou dit uitstekend kunnen gebeuren tijdens de intake door de klantmanagers. Vaak kunnen de klantmanagers zelf een inschatting van het arbeidsvermogen maken. Als bijstandsgerechtigden een fysieke of psychische problematiek hebben, dan zal een externe deskundige moeten worden geraadpleegd.

De bijstandsgerechtigde en de klantmanager maken een verschillende inschatting van het arbeidsvermogen, omdat hun belangen strijdig zijn. De klantmanager zal proberen om het arbeidsvermogen op te rekken, omdat de bijstandsgerechtigde daardoor beter bemiddelbaar wordt. Op p.66 in het rekenkamer rapport wordt gesteld, dat “het zelfvertrouwen en zelfbeeld van uitkeringsgerechtigden aangetast kan raken waardoor mensen niet meer in hun mogelijkheden geloven”. De klantmanager zou dan moeten bijsturen. Deze aanpak wordt wel aangeduid als verwachtingsmanagement (gericht op de bijstandsgerechtigde).

De gemeentelijke website biedt bijstandsgerechtigden hulp aan: “We kijken samen met u naar geschikte vacatures, opleidingen of cursussen. We helpen u met solliciteren”. Tijdens de Startweek vroeg ik wanhopig hoe ik het enorme gat in mijn curriculum vitae moest uitleggen aan werkgevers. De klantmanager vond dit geen probleem, want “dat is persoonlijk”.

In de eerdere blog over uitbesteding beschreef ik hoe ik als bijstandgerechtigde naar werk werd begeleid door een uitzendbureau. Hierbij moest ik een contract tekenen, dat de rolverdeling helder omschrijft. Bij een eerste lezing doet de aanpak denken aan hulpverlening. Bij een nadere beschouwing, en in de praktijk, blijkt dat er ook sprake is van een streng toezicht.

Aldus leest men in het contract: “Het uitzendbureau legt u uit hoe en waar u het beste (vacatures) kunt zoeken”. Natuurlijk gebeurt dit in overleg, maar des ondanks perkt het de vrije beroepskeuze in. Bijvoorbeeld raadde een contactpersoon van het uitzendbureau mij indringend aan om niet meer op zwaardere functies voor hoog opgeleiden te solliciteren.

Voorts stelt het contract: “Het uitzendbureau bespreekt de reacties op sollicitatiebrieven. (…) U krijgt adviezen om een nog beter resultaat te kunnen halen”. Het contactpersoon van het uitzendbureau verzekerde mij, dat tegenwoordig anders wordt gesolliciteerd dan vroeger. Dit wekt een indruk van helpen. Maar feitelijk staat de eigen benadering van de bijstandsgerechtigde ter discussie. Dat was niet zo prettig voor mij, omdat ik zelf een tiental boeken over solliciteren en netwerken had gelezen. Je hebt dan een eigen stijl ontwikkeld.

Bovendien staat in het contract: “Het uitzendbureau beoordeelt uw inzet aan de hand van informatie, die deze van de werkgever krijgt”. Dat kan, maar werkgevers zijn uiteraard vooringenomen en een dubieuze bron, omdat zij eigen belangen hebben. Overigens heb ik gelukkig niet gemerkt, dat het uitzendbureau deze mogelijkheid inderdaad heeft benut.

Zelf ben ik overtuigd, dat netwerken mij de beste kansen op werk bood en biedt. Wegens de langdurige werkloosheid overtuigt mijn curriculum vitae niet meer, en zijn persoonlijke contacten echt nodig. Bovendien ben ik door mijn langjarige focussering op beleidsonderzoek slechts beperkt inzetbaar. Je verliest allerlei andere vaardigheden.

Ik deed het netwerken vanaf 2018, met enthousiasme en overtuiging. Maar het kost veel tijd. De gemeente Utrecht wil, dat je heel intensief solliciteert op advertenties voor vacatures. Om redenen van tijd en energie is het echt onmogelijk om beiden te doen. De gemeentelijke klantmanager verwierp mijn voorstel dat ik al mijn tijd zou besteden aan netwerken, zoals in voorgaande jaren. Kennelijk geloofde zij hier niet in.

Per saldo kom je kennelijk als bijstandsgerechtigde onder een strikt toezicht. Dit toezicht kan knellend en contraproductief worden, wanneer sollicitaties niet snel tot resultaten leiden, zoals bij mij. Het doel van de klantmanager is immers om uitstroming te stimuleren. Ik vond de bijsturing van het solliciteren tenslotte zodanig dwingend en beperkend worden, dat mijn zelfvertrouwen alleen maar verder wordt aangetast. Dat is een akelige neerwaartse spiraal. Ik heb deze aanpak ervaren als demotiverend en ontredderend.

Auteur: Emil Bakkum

Ik ben beleidsonderzoeker in ruste. Eind 2021 moest ik een beroep doen op bijstand bij de gemeente Utrecht. Dit was een onthutsend nare ervaring, die de stimulans is voor deze blog.

Plaats een reactie